Spam, mailing, mail, Sleepnetwet
Ik begin mijn mailing met de mededeling: “Je ontvangt deze mail omdat je je via mijn website hebt aangemeld voor deze nieuwsbrief of omdat ik je mailadres in mijn privé outlookbestand vond.”
Omdat iedereen die deze mailing niet op prijs stelt, zich kan afmelden, zou dit voldoende moeten zijn. Daar denkt de overheid anders over.
Als ik mijn mail open, dan ploeg ik mij vrijwel elke dag door een ‘dikke laag’ mail van Suzanna’s, Kimberly’s, Wilma’s en andere dames die doorgaans hetzelfde product op een iets andere manier aanbieden. Dit is een groot probleem dat zich niet laat oplossen. Immers de verzenders van dit product zijn dieven die hackers en andere boeven veel geld hebben betaald voor mijn naam en mailadres. Zij bieden ook niets aan, maar hopen dat er mensen zijn die niet goed opletten zodat ze hun rekening kunnen plunderen. Dieven zijn er altijd geweest en we weten dat we voor ze moeten oppassen.
Er zijn ook elke dag mailinglijsten van bedrijven waar ik eens iets heb gekocht. Doorgaans kijk ik er niet echt naar, maar als ik iets nodig heb dat zij leveren, weet ik ze te toch vinden. Verder krijg ik berichten via mailinglijsten (net als deze van mij) waarin mensen aandacht vragen voor wat ze doen. Doorgaans kijk ik daar wel naar. De ene keer meer dan de andere.
Onze overheid meent dat zij op bijna elk vlak in ons leven verantwoordelijk voor ons is en dat zij daarom alles moet regelen. Omdat iedereen een hekel heeft aan spam, denken zij dat ze dit voor ons moeten oplossen. Hoe doe je dat dan? Dat doe je door bedrijven en burgers die mailinglijsten maken, daarin te ontmoedigen. Je mag iemand wel een e-mail sturen, maar als je tien mensen diezelfde mail stuurt, moet je de ontvangers eerst individueel een mail sturen waarin je hen daar schriftelijk toestemming voor vraagt. Of het er van gekomen is weet ik niet, maar er was een vergelijkbaar voorstel voor een wet, dat reclamelopers verbood om ongeadresseerde reclame in brievenbussen te gooien: tenzij er een sticker op de brievenbus zit die dat nadrukkelijk toestaat.
Nu kun je op verschillende manieren tegen zoiets aankijken. Meer rechtse en conservatieve mensen vinden dat mensen autonoom zijn, hun eigen boontjes kunnen en moeten doppen en dat de overheid zich met zo min mogelijk moet bemoeien. Meer linkse en progressieve mensen vinden dat de overheid de taak heeft om de zwakken in de samenleving (in dit geval dus de ontvanger van ongewenste mail) te beschermen.
De overheid zit met haar zorgplicht naar haar burgers, in een vreemd dilemma. Aan de ene kant moet ze ons beschermen tegen spam. Daarvoor beperkt ze onze vrijheid om het internet te gebruiken voor ons plezier; zoals het verzenden van mailingen en het verzamelen van mailadressen. Aan de andere kant moet de overheid ons beschermen tegen boeven en terroristen en daarvoor kan zij, net als wij, ditzelfde internet gebruiken. Ze zou daarom enorm veel last hebben van haar eigen regels, als die ook voor haar zelf zouden gelden. Dat is voor haar onwerkbaar en daarom heeft ze voor zichzelf de ‘Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten’ opgeruimd.
Wij mogen geen mailadressen van mensen die we kennen toevoegen aan een lijstje om een rondzendbrief te versturen. De overheid zelf mag onbeperkt van iedereen die zij niet vertrouwen: de mail lezen, de telefoon afluisteren, het surfgedrag volgen, en ga zo maar door. Als van overheidswegen gedacht wordt dat u niet te vertrouwen bent dan mogen al de data van heel uw familie, al uw collega’s uw buren en ga zo maar door, onderschept en opgeslagen worden. Dit heet Big Data.
George Orwell scheef bijna honderd jaar geleden eens een boekje over de overheid van de toekomst. Deze overheid noemde hij Big Brother. Big Brother bezwoer dat hij alle data van de bevolking onderzocht omdat hij over hen waakte. Dat waken gebeurt in toenemende mate vooral door onze vrijheid te beperken.
Waar die ontwikkeling begon en waar ze mogelijk naartoe zal leiden, onderzoek ik in mijn boek Liberalisme en de terugkeer van Rome.(270 blz.) Zie elders op de site.
Kees_Middelbeek